TCP/IP & subnetmasks.
IP subnetmasks, het kan een heel gedoe zijn om te
bepalen wat voor getallen je in moet vullen in om in je systeem te bepalen hoe
groot een IP segment moet zijn.
Hier een uitleg hoe het nu zit met subnetmasks.
De meeste mensen kennen het IP instellingen schermpje van Windows wel… Bij het
subnetmask vul je meestal 255.255.255.0 in… althans dat is wat iedereen doet en
meestal werkt “het” dan ook…
Maar wat wordt er nu eigenlijk bedoeld met dat
255.255.255.0?
Hiermee geef je aan dat het IP adres wat opgegeven is tot een reeks van 256
adressen behoort. In het geval hier in het plaatje boven, vertel je dus dat
192.168.2.6 een IP nummer is uit de reeks 192.168.2.1 t/m 192.168.2.254…
volgens de TCP/IP definitie mag je het eerste nummer (in dit geval 0) en het
laatste nummer (in dit geval 255) niet gebruiken. Deze nummers zijn gereserveerd
voor respectievelijk het (IP)network en (IP)broadcast.
Goed, waarom is dat zo?
Hiermee bepaal je dus welke PC’s, routers en andere netwerk devices bij elkaar
in een IP segment zitten. Alle apparaten die in een ander IP segment zitten kun
je niet zien.
Belangrijk!
Dit mechanisme is vooral belangrijk in een router en een WandyStation IS een
router! Een WandyStation kan daarom alleen maar goed werken als het Wandy
RouterOS in staat is om te routeren van het ene IP segment naar het andere
segment. (ook als je een Bridge maakt in het systeem, want ook een bridge
“bridged” van het ene IP segment naar het andere) Er kunnen dus nooit IP
nummers uit hetzelfde IP segment op verschillende hardware poorten zitten! Let
hierop bij het maken van een configuratie. Het OS is in veel gevallen slim
genoeg om ondanks dergelijke fouten toch te blijven werken… maar verbaas je dan
niet over slecht performance en veelvuldig uitvallen en resets!
Hoe werkt het verder?
Stel nu dat je een groter
IP segment wilt hebben met meer apparaten als 254. Dan kun je b.v. 255.255.0.0
invullen. Hiermee geef je aan dat het IP segment 256 * 256 adressen groot is.
De reeks loopt dan dus van 192.168.0.1 t/m 192.168.255.254.
Stel dat je een segment van 128 adressen wilt hebben. De notatie is dan
255.255.255.128. De reeks loopt dan van 129.168.2.1 t/m 192.168.2.127.
Tot zover allemaal erg
begrijpelijk… Als dit de enige manier van een subnetmask aangeven zou zijn,
maar deze manier is vooral in gebruik onder Windows. Onder Linux, Unix, in veel
routers en ook de WandyStation wordt een andere manier van aangeven gebruikt.
Die zou er in ons voorbeeld als volgt uit zien: 192.168.2.6/24
Ik ga hier niet in op hoe deze
manier van noteren ontstaan is, dat zou te veel tekst opleveren. Hieronder in
de tabel staat welke getallen achter de ”/” horen bij welk subnetmask.
Mask |
x.x.x.255 |
x.x.x.254 |
x.x.x.252 |
x.x.x.248 |
x.x.x.240 |
x.x.x.224 |
x.x.x.192 |
x.x.x.128 |
||||||||
Mask (bits) |
/32 |
/31 |
/30 |
/29 |
/28 |
/27 |
/26 |
/25 |
||||||||
IP numbers |
1 |
2 |
4 |
8 |
16 |
32 |
64 |
128 |
||||||||
For network &
broadcast |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
- |
- |
0 |
1 |
0 |
3 |
0 |
7 |
0 |
15 |
0 |
31 |
0 |
63 |
0 |
127 |
|
Mask |
x.x.255.0 |
x.x.254.0 |
x.x.252.0 |
x.x.248.0 |
x.x.240.0 |
x.x.224.0 |
x.x.192.0 |
x.x.128.0 |
||||||||
Mask (bits) |
/24 |
/23 |
/22 |
/21 |
/20 |
/19 |
/18 |
/17 |
||||||||
IP numbers |
256 |
512 |
1024 |
2048 |
4096 |
8192 |
16K |
32K |
||||||||
For network &
broadcast |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
0 |
x |
0 |
x |
0 |
x |
0 |
x |
0 |
x |
0 |
x |
0 |
x |
0 |
x |
|
Mask |
x.255.0.0 |
x.254.0.0 |
x.252.0.0 |
x.248.0.0 |
x.240.0.0 |
x.224.0.0 |
x.192.0.0 |
x.128.0.0 |
||||||||
Mask (bits) |
/16 |
/15 |
/14 |
/13 |
/12 |
/11 |
/10 |
/9 |
||||||||
IP numbers |
65k |
131k |
262k |
524k |
1048k |
2097k |
4194K |
8388K |
||||||||
For network &
broadcast |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
N |
B |
0 |
x |
0 |
x |
0 |
x |
0 |
x |
0 |
x |
0 |
x |
0 |
x |
0 |
x |
read x for 255 when mentioned